Voorbeelden van het gebruik van Dat is walgelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is walgelijk. Dat was fantastisch.
Harold, dat is walgelijk!
Dat is walgelijk, man.
Dat is walgelijk, weet je dat?-Ja.
Dat is walgelijk, en dat doe ik zeker niet.
Dat is walgelijk.- Wat?
Dat is walgelijk. Dit eten is walgelijk. .
Oké. Dat is walgelijk.
Dat is walgelijk. Ik begrijp hoe je je voelt.
Nee, Bart.- Dat is walgelijk.
Dat is walgelijk, Stevie.
Slater, dat is walgelijk.
Dat is walgelijk.- Ja.
Dat is walgelijk. Dat weet ik, maar.
Dat is walgelijk, Carrie.
Wat? Dat is walgelijk.
Oh, dat is walgelijk.
Daar zou ik niet in gaan zwemmen, dat is walgelijk.
Dat is walgelijk. Wat los je ermee op?
Dat is walgelijk, hou ermee op.