Voorbeelden van het gebruik van Die man in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Die man heeft me veel geld beloofd.
Heb je die man gezien?
Die man z'n vrouw is dood.
En die man, geloof je hem?
U hebt die man gesmoord met een kussen.
Vriend. Ik gaf die man drie jaar van mijn leven?
Die man is niet John Locke.
Wie? Die man in de observatiekamer.
Zie je die man bij Vic?
Snijd je die man zijn brein niet wat te dun?
Je kunt die man niet vertrouwen.
Ik doe alles voor die man, Karen.
Zie je die man met die bekers?
En wie is die man met wie ik moet onderhandelen?
Ergerde die man je zo?
Kende je die man gisteren?
Die man z'n hersenen zijn onze laatste hoop.
Ik vergeef die man nooit.
Nee. Wat? Ik ken die man niet.
Hoi, zie je die man daar in dat duikpak?