Voorbeelden van het gebruik van Droeg het in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Maar je droeg het, niet?
Tot in de jaren '30 droeg het de naam Altona Holstenstraße.
Destijds droeg het nog de naam Bon Séjour.
Voor die tijd droeg het de naam Rodenborch.
En zij droeg het tot haar moeder.
Ik droeg het naar school.
Ze droeg het, op de dag dat ze hier aankwam.
Die lul droeg het bij zich.
Hij droeg het altijd.
Claire droeg het op de foto die ik zag.
Hij droeg het om zichzelf te herinneren aan zijn bescheiden begin.
Mijn moeder droeg het altijd.
Ik droeg het altijd bij me.
Hij droeg het.
Ik droeg het mee in m'n hoofd.
Ik droeg het met Halloween en… je vond het tuttifrutti. Vorig jaar?
Misschien droeg het een geigerteller.
Wat droeg het?
Jij droeg het ook.
Ik droeg het tijdens mijn eerste gevecht.