Voorbeelden van het gebruik van Echt ben in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je weet toch dat ik niet echt ben?
Je zegt dat ik niet echt ben.
hij begrijpt me, wie ik echt ben.
In het echt ben je mooier.
Het is één ding om te verstoppen wie je echt ben.
Hoe weten we of ik echt ben?
Dan denk ik: wat boeit 't als ik niet echt ben?
Ze zag wie ik echt ben.
In het echt ben je veel schattiger.
Heb je ooit aan iemand moeten uitleggen wie je echt ben?
Omdat ik niet echt ben.
je doodgaat en dat ik niet echt ben.
Dat is wie ik echt ben.
In het echt ben je veel mooier.
Vraag je vader maar of ik echt ben.
Het feit dat ik echt ben.
Jeff zag wie ik echt ben.
Wat? Hoe anders kan ik weten dat je echt ben?
Het bewijst dat ik echt ben.
Kimmy, ik moet weten wie ik echt ben.