Voorbeelden van het gebruik van Er vandaag in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat gebeurt er vandaag?
Ik moet er vandaag zijn.
Is Lauren er vandaag niet?
Je vader is er vandaag, Jess!
Wie komen er vandaag?
Fijn dat u er vandaag bij kon zijn.
En daarom… zal er vandaag niemand worden geslagen.
Castor, zijn er vandaag brieven voor mij?
Maar ik wil er vandaag graag nogmaals op ingaan.
Ik ben er vandaag niet aan toe gekomen.
U bent er vandaag niet in geslaagd onze vrees weg te nemen.
Wat was er vandaag met jou?
We weten dat er vandaag oplossingen zijn.
Zeg dat er vandaag een vliegshow is.
Ik moet er vandaag zijn, mijn kleinzoon wordt vijf.
Wat is er vandaag gaande?
Is er vandaag bezoek, of niet?
Wat is er vandaag gebeurd?
Hoeveel mensen zullen er vandaag sterven, Reddington?
Miss Lagroin, wie staan er vandaag op de lijst?