Voorbeelden van het gebruik van Gebaar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
We hebben het gebaar, maar.
Een meisje dat me negeerde… of een obsceen gebaar naar me maakte.
Lk ken een gebaar.
Waarom? Uw gebaar is niet belachelijk?
Kerstmis draait niet om een gebaar.
Hé, m'n tweede gebaar.
Maar ik waardeer het gebaar.
Ik hoef daarvoor geen gek gebaar te maken.
Is dat een groot genoeg gebaar voor je?
Toch wel, mama. Dat is een gebaar van liefde, niet?
lichaamstaal, een gebaar misschien, aanraking.
Het is een gebaar van vriendschap.
Hetzelfde gebaar.
Hou dat lullige gebaar maar.
Ben je serieus? Een gebaar van vriendschap.
Beschouw het als 'n gebaar van goede wil.
Een uitdrukking of een gebaar.
De wereld zal je grote gebaar niet zien.
Weet je wat, ik kanook een gebaar maken.
Niet iemand voor romantiek of voor het grote gebaar.