Voorbeelden van het gebruik van Geef je in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik geef je het adres wel.
Aan wie geef je het geld?- Een moment.
Geef je me een keuze?
Maar ik geef je nog de keuze.
Ik geef je mijn lievelings revolver.
Nee, ik geef je 5% van mijn bedrijf.
Geef je de sleutel?
Die indruk geef je me althans.
Geef je me rijles?
Nu geef je je gewonnen.
Ik geef je een auto en geld.
Ik geef je een kans.
Ik geef je nooit een verjaardagscadeau.
Ik geef je mijn hand en hart.
Geef je niks om haar?
Maar als ze verliezen, geef je me binnen een dag 28 ruggen.
Geef je me nu een compliment?
Waarom geef je 'm dan terug?
Ik geef je een baan!
Dan geef je ons geen keuze.