GEZEGD DAT HIJ - vertaling in Duits

• gesagt dass er
• erwähnt dass er
• erzählt dass er
• erklärt dass er
• berichtet dass er
• behauptet dass er
• gesagt daß er
• gemeint er
• verkündet dass er
• nachgesagt dass er

Voorbeelden van het gebruik van Gezegd dat hij in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij heeft vanochtend vast niet gezegd dat hij je zwager zou opgraven.
Er hat dir bestimmt nicht erzählt, dass er die Leiche deines Schwagers ausgegraben hat.

Je hebt zelf gezegd dat hij dat graag zou willen.
Du hast ja selber gesagt, daß er das möchte.

Harvey heeft nooit gezegd dat hij naar Oxford ging.
Harvey hat nie erwähnt, dass er in Oxford war.

Hij heeft niet gezegd dat hij ziek was.
Er hat nicht gesagt, dass er krank ist.

Ik heb niet gezegd dat hij een auto-ongeluk had gehad.
Ich habe dir gar nicht erzählt, dass er einen Autounfall hatte.

Hij heeft zelf gezegd dat hij met ons niets te maken wil hebben.
Er hat ja selbst gesagt, daß er mit uns nichts zu tun haben will.

Heeft iemand gezegd dat hij karamel rook?
Wir machen Flitterwochen… Hat jemand erwähnt, dass er Pralinen gerochen hat?

Had ik gezegd dat hij veel jonger is?
Hatte ich gesagt, dass er viel jünger ist?

Jullie hebben Carl gezegd dat hij niet kon overgaan.
Ihr habt Carl erzählt, dass er nicht hinübergehen kann.

Je hebt niet gezegd dat hij een Pararescuer was. Was jij dat?.
Du hast nicht erwähnt, dass er Rettungsspringer ist. Das warst du?

Heeft hij gezegd dat hij haar heeft vermoord?
Hat er gesagt, dass er sie tötete?

Grethe zei dat jij hebt gezegd dat hij stijf was.
Grethe hat gesagt, du hast erzählt, dass er in die Luft gezeigt hat.

Dus Jack heeft nooit gezegd dat hij met de FBI ging praten?
Jack hat nie erwähnt, dass er zum FBI geht?

Philip heeft je gezegd dat hij Max Peeters ging vermoorden?
Philip hat Ihnen gesagt, dass er Max Peeters ermorden will?

Hij heeft niet gezegd dat hij nog iemand anders ging ontmoeten?
Hat er erwähnt, dass er wen treffen wolle?

Heeft je zoon gezegd dat hij me zag?
Hat dein Sohn gesagt, dass er mich gesehen hat?

Heeft María gezegd dat hij op bezoek zou komen… op de dag dat hij werd vermoord?
Hat María erwähnt, dass er sie am Tag des Mordes besuchen kam?

Ik heb nooit gezegd dat hij getrouwd was.
Ich hab nie gesagt, dass er verheiratet ist.

Heb ik niet gezegd dat hij meeging?- Wat?
Habe ich nicht erwähnt, dass er kommt? -Was?

Ik heb nooit gezegd dat hij van me hield.
Ich habe nie gesagt, dass er mich liebt.