Voorbeelden van het gebruik van Gramschap in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zijn lippen zijn vol gramschap, en Zijn tong, als een verterend vuur;
zijn plasregen niet heeft gehad ten dage der gramschap.
wie er ook zondigde de gramschap van een wraakgierige God zou voelen.
Is dan iemand die Gods welgevallen navolgt als iemand die zich gramschap van God op de hals haalt?
verlost den beroofde uit den hand des verdrukkers; opdat Mijn gramschap niet uitvare
De Druiven der Gramschap, Rose, goede keus.
Mam, Waar gaat De Druiven der Gramschap over?
Je hebt veel gemist en je hebt je Druiven der gramschap niet ingeleverd.
De vier dieren gaven de zeven engelen… zeven schalen vol gramschap van God… die leeft tot in de eeuwigheid.
Vanwege Uw hand heb ik alleen gezeten, want Gij hebt mij met gramschap vervuld.
zijn plasregen niet heeft gehad ten dage der gramschap.
daarmede is de gramschap van God.
En Ik zal over u Mijn gramschap uitgieten, Ik zal tegen u door het vuur Mijner verbolgenheid blazen;
Zijne gramschap zal over hen komen, en zij zullen eene gestrenge straf ondergaan.
Vraatzucht hebzucht luiheid, gramschap, ijdelheid, onkuisheid en nijd.
En blijf bij hem enige dagen, totdat de hittige gramschap uws broeders kere;!
Stort over hen Uw gramschap uit; en de hittigheid Uws toorns grijpe hen aan.
Gramschap is wreed
En gijlieden maakt de hittige gramschap nog meer over Israel,
Des konings konings gramschap is als het brullen eens jongen leeuws;