Voorbeelden van het gebruik van Hem gesproken in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wanneer heb je hem gesproken?
Ik heb met hem gesproken.
Heb je hem gesproken?
We hebben hem gesproken.
Jullie hebben al met hem gesproken.
Ja. Ik heb hem gesproken.
Heb je hem gesproken?
Hoe ging het? Heb je hem gesproken?
Ja, ik heb met hem gesproken.
Geen idee. Hebben jullie hem gesproken?
Je hebt met hem gesproken.
Ik heb hem gesproken.
Maar dr. Michael heeft niet… Morgenavond.- Ik heb hem gesproken.
En ik heb hem gesproken.
Ik heb met hem gesproken.
Heb je hem gesproken?
Ja, u hebt hem gesproken?
Jij hebt met hem gesproken.
Je bent altijd op dreef als je hem gesproken hebt.
Ik heb niet met hem gesproken.