Voorbeelden van het gebruik van Het is dringend in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het is dringend.
Het is dringend, jongen.
Het is dringend.
Een zaak van leven of dood. Het is dringend.
Het is dringend.
Telefoon. Het is dringend.
Het is dringend, Lizzy.
Het is dringend, zegt hij.
Het is dringend.
Callahan. Het is dringend.
Het is dringend, anders ging ik niet.
Het is dringend. Het gaat niet goed.
Het is dringend. Dat meen je niet?
Nee, het is dringend.
Nee, hij zei, dat je nu moest komen, het is dringend.
Ik kom eraan. Het is dringend.
Het is dringend, dank je.
En het is dringend.