Voorbeelden van het gebruik van Ik tel in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik tel 13 vijanden alleen in dit hok, zwaar bewapend.
Jimmy, ik tel letterlijk de minuten.
Ik tel de weken af dat ik met de 'T' mag beginnen.
Walduś. Nee. Ik tel af.
Ik tel af.
Twee.- Ik tel.
Ik tel er tien.
Zouden we? Ik tel vier?
Ik tel af.
Nee, hoor. Ik tel tot drie.
Ik tel er maar zes. Zeven dwergen?
Vijf! Zes! Ik tel tot 200.
Goed, ik tel tot drie.
En nee, ik tel niet.
Ik tel de minuten af. Na de les.
Ik tel tot vier.
Ik tel 3 van ons… en 1 van jou.
Ik tel de dagen af.
Heren, ik tel tot drie!
Ik tel er tien. Felix DeSousa.