ILLUSIE - vertaling in Duits

• Illusion
• illusorisch
• Täuschung
• Trugbild
• Einbildung
• Illusionen

Voorbeelden van het gebruik van Illusie in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik ben geen illusie.
Ich bin keine Einbildung.

Werthers illusie probeerde hetzelfde bij mij.
Werthers Illusionen haben dasselbe mit mir versucht.

Het was geen illusie, zoals bij jou.
Keine Täuschung wie bei dir.

Waarheid en illusie.
Wahrheit und Illusion.

Ja, omdat ze een illusie is.
Ja, ja, weil sie ein Trugbild ist.

Dat is geen illusie.
Wow, das ist keine Einbildung.

Verdwijningen kunnen illusie of echte magie zijn.
Verschwinden könnte Illusionen oder physische Magie bedeuten.

Dat is een illusie.
Das ist eine Täuschung.

Geld is een illusie.
Geld ist eine Illusion.

Omdat ze een illusie is, ja.
Ja, ja, weil sie ein Trugbild ist.

Het is geen illusie.
Es ist keine Einbildung.

Maar soms heb je een illusie nodig om controle te krijgen.
Aber manchmal braucht man Illusionen, um Kontrolle zu erlangen.

Het leven is een illusie.
Das Leben ist eine Täuschung.

Ik noem het een illusie.
Ich nenn das Illusion.

was geen illusie, hè Stinger?
war keine Einbildung. Oder, Stinger?

Je bent een illusie.
Du bist ein Trugbild.

Een hoeveelheid bedrog en illusie.
Jede Menge Tricks und Illusionen.

Ik wil dat jullie zien hoe deze illusie is gemaakt.
Ich möchte, daß Sie sehen, wie diese Täuschung aufgebaut ist.

Mijn god. De illusie is perfect.
Mein Gott! Die Illusion ist perfekt.

Dit is maar een illusie. Wang!
Das ist nur ein Trugbild. Wang!