Voorbeelden van het gebruik van Je dat nog in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik heb je dat nog nooit verteld?
Als je dat nog eens doet,
Weet je dat nog?
Zo gaat dat, mocht je dat nog niet weten, idioot.
Waarom draag je dat nog?
Wist je dat nog niet?
Van Cicada. Weet je dat nog?
Had je dat nog niet in de gaten?
Weet je dat nog?
Heb je dat nog nooit gehoord?
Echt waar? Weet je dat nog?
Hoe vaak moet ik je dat nog vertellen? Ik ben LT niet?
Heb je dat nog nooit gedaan?
Hoe vaak moet ik je dat nog zeggen?
Niet zeggen. Als je dat nog één keer zegt.
Hoe vaak moet ik je dat nog zeggen?
Eet je dat nog op?
Als je dat nog wilt.