Voorbeelden van het gebruik van John in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Vraag John Ellis naar het bal.
Weet ik, ik ben John.
John B, we zijn voortvluchtig.
Dat zou John nooit doen.
John heeft het niet over jouw waarheid of mijn waarheid, maar over Gods waarheid.
John McClaneberg?-Nee?
John zijn operatie ging goed.
Dit is het adres van Mei Ling. Dat van John.
John, Paul, George en Ringo.
John, alsjeblieft, je moet dit voorkomen!
Een John Jay-code volgens mij.
De gevangene, John, mag geen bezoekers.
Maar we gaan niet naar Elton John, hè?
Het adres van Mei Ling. Die van John.
John Dorie's vader. Wendell.
John, alsjeblieft, je moet dit voorkomen!
John is een hele grote profeet.
John Brownlee zat in het leger.
Lk heb de zender van St. John gevonden.
Moment. Voor u, Sir John.