Voorbeelden van het gebruik van Jongelui in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En als deze jongelui het syndicaat niet zijn?
Heel leuke jongelui, geloof me.
Die jongelui, Nora… Ze zijn jaloers op Bryce.
Maar die jongelui zijn zo lawaaiig.
De jongelui denken dat ze niet leven als ze niet samenwonen.
Zijn die jongelui niet fantastisch?
Die jongelui komen zwaargewond terug.
Die jongelui verkopen alles.
Zoals alle jongelui doen, neem ik aan.
Ik ken deze jongelui persoonlijk, ik neem het wel van u over.
Die jongelui van tegenwoordig zijn zo onbetrouwbaar.
Die jongelui strijden voor ons. Slechte.
Maar jullie jongelui hebben niet zoveel met gezelligheid.
Wij jongelui hebben wel genoeg gedanst.
Dat doen alle jongelui.
Het zijn getalenteerde jongelui.
Die Amerikanen, die jongelui van Yale.
Jongelui zijn stom.
Waarom zijn jongelui nooit dankbaar?
Jongelui, laten we gaan.