Voorbeelden van het gebruik van Keus in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
U had geen keus, sir.
Was niet mijn keus.
heb niet zoveel keus.
Je hebt weinig keus.
maken mensen geen verstandige keus.
je hebt geen keus.
Ik had niet veel keus.
Sorry, ik had geen keus.
Maar het is ons leven en onze keus.
Straks heb je geen keus meer.
Jullie hebben weinig keus.
Niet mijn keus.
Uw tweede keus.
Dan laat je me geen keus.
Misschien… hebben ze geen andere keus.
Hoeft niet, het was mijn keus.
Maar ik had niet veel keus.
Ze gaf ons niet veel keus.
We hebben geen andere keus.
Dat baarde mij zorgen, maar toen Pham vragen begon te stellen had ik geen keus.