Voorbeelden van het gebruik van Kunt het in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je kunt het niet vergeten.
Je kunt het wel, Sam.
Ik laat je niet alleen. Je kunt het.
Of je kunt het over je shirt gooien.
Je kunt het niet aan- en uitzetten.
Je kunt het me zeggen. Rigo?
Je kunt het nooit aan iemand vertellen.
Je kunt het. Sta op!
Maar je kunt het niet begrijpen.
Je kunt het ophalen, toch?
Op je rug, op je rug, je kunt het.
Je kunt het ze laten zien.
U kunt het, dr. Turk.
Je kunt het niet anders zeggen.
Je kunt het in de bibliotheek lezen.
Wat?- Je kunt het aan niemand vertellen, April.
U kunt het niet verbergen.
Je kunt het, man.
Je kunt het, Rahul.