Voorbeelden van het gebruik van Luister in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Luister, ik heb nu voor niemand anders tijd.
Luister, Bashar, zeg waar je bent.
Luister, Dina. Luister naar me.
Ik luister naar een cd van een stofzuigende vrouw.
Als je twijfelt, luister dan naar degenen die van je houden.
Luister goed. Met Mulder.
Luister, we zijn partners.
Winston. Luister Nick, je hebt gelijk.
Luister, met zo'n neus ben je al bijna één.
Luister, als me iets overkomt.
Alsjeblieft. Luister naar me!
Daarom luister ik niet naar stagiairs. Prima.
Luister je wel, Brian?
Luister naar mij. Volg mij naar de schuilplaats.
Luister, we hoeven nu niet te beslissen.
Luister, Wishmann.
Luister, ik begrijp dat je boos bent.
Luister, Liam is een goede klant.
Luister dan alleen maar.
Luister ernaar. En het zal vervuld worden.