ECOUTE - vertaling in Nederlands

• luister
• kijk
• weet je

Voorbeelden van het gebruik van Ecoute in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Ecoute, je ne sais pas
Luister eens, ik weet niet

Ecoute, ta mère m'a dit
Luister eens, je moeder vertelde

Ecoute, petit diable… je pense que tes parents t'appellent parfois Robert.
Nou, duiveltje… ik denk dat… je ouders je soms Robert noemen.

Ecoute ton putain de patron.
Luister naar je baas.

Ecoute bien ce que je vais te dire.
Luister. Luister nou godverdomme wat ik zeg.

Ecoute, tu peux risquer ta vie,
Nou, jij riskeert je leven,

Ecoute je suis juste très timide.
Wat?- Ik ben gewoon erg verlegen.

Ecoute, personne n'est jamais venu ici.
Hier is nog nooit iemand geweest.

Ecoute, j'ai des opérations jusqu'à 18H.
Ik moet opereren tot een uur of 6.

Ecoute, j'ai beaucoup plus d'expérience en traumato pédiatrique que tu en as.
Neela. Ik heb meer ervaring met pediatrische trauma's dan jij.

Ecoute. Arrete, avec tes baguettes.
Zeg, hou eens op met je sticks.

Ecoute ton coeur,"Cvalda.
Volg je hart, Cvalda.

Ecoute, mon frère, il me faut cette arme.
Volg me. Ik moet dat wapen hebben.

Ecoute. Je te l'amène si tu me fais confiance.
Weet je wat, ik zal het voor je halen.

Ecoute le garçon. Comme si on allait s'incruster!
Moet je dat joch horen, alsof we bij hem zouden aankloppen!

Ecoute ta m.
Luister naar je.

Ecoute, on va faire un enfant.
Laten we een kind nemen.

Ecoute, on a beaucoup de chose à se raconter?
Luister, luister, We hebben heel wat in te halen?

Ecoute, p'tit mec,
Luister eens, kleine man,

On n'ecoute pas de R. Kelly.
We luisteren niet naar R. Kelly.