Voorbeelden van het gebruik van Luister in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ja, ik luister naar je.
Nee, ik luister niet.
Jij praat, ik luister.
Luister, hij is gevaarlijk.
Luister… ik kan je niet naar die plek ver weg brengen.
En luister er naar of je zult altijd in oneindig gevaar leven.
Omdat ik nooit luister, das waar!
Soms luister ik naar haar.
Luister, zoon. Slechte Kung Fu kan verbeterd worden.
Luister, we doen hier geen grappige dingen.
Beste Burgers, luister niet naar de woorden van deze vreemdeling.
Luister goed jij.
Luister Harvey, hij is net een klein kind.
Luister je wel, Frank?
Luister niet naar ze, Selina.
Luister jij niet meer naar mij?
Luister, ik heb een boot aan de andere kant van het eiland.
Luister naar dit.
Luister, even voor de duidelijkheid.
Luister, ontmoet me op de pont van zes uur.