Voorbeelden van het gebruik van Omweg in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In de Loire-Atlantique moet u natuurlijk een omweg maken naar Nantes.
Wauw, dat was een omweg.
Kunnen we de omweg nemen?
Wij willen geen omweg maken.
dan omweg naar Fauglia-Lorenzana.
We moeten eerst een omweg maken.
Hadden jullie een omweg genomen?
Eerst vluchtte ze naar Pakistan en vervolgens via een omweg naar Griekenland.
We hebben een omweg genomen.
Op een donderdagmorgen maakte ik een omweg.
Met een omweg.
we maken een omweg.
We hebben geen tijd voor een omweg.
Nee, dat is een omweg.
Dit is gewoon een omweg.
Het is een omweg.
Kunnen we een omweg nemen?
In Oostenrijk. Een kleine omweg.
Kleine omweg.
Zes-drie, we maken een omweg.