ONBELANGRIJK - vertaling in Duits

unwichtig
niet belangrijk
onbelangrijk
irrelevant
niet relevant
niet van belang
maakt niet uit
onbeduidend
doet niet toe
bijzaak
er
unbedeutend
onbeduidend
onbelangrijk
klein
te verwaarlozen
onbetekenend
nietig
gering
verwaarloosbaar
van geen belang
kleinzielig
irrelevant
niet relevant
onbelangrijk
niet belangrijk
niet van belang
niet ter zake
betwistbaar
egal
ook
ongeacht
hoe dan ook
schelen
koud
eender
boeit
dan
onbelangrijk
hoe
bedeutungslos
zinloos
betekenisloos
onbelangrijk
irrelevant
zonder betekenis
waardeloos
nietszeggend
onbetekenend
onbeduidend
het betekent niets
belanglos
onbelangrijk
onbeduidend
irrelevant
triviaal
klein
onbenullig
onbetekenend
Niemand
niet
er niemand
nooit
unerheblich
irrelevant
te verwaarlozen
verwaarloosbaar
van belang
onbeduidend
onbelangrijk
gering
onaanzienlijk
onbetekenend
insignificant
trivial
triviaal
onbelangrijk
onbeduidend
banaal
unwesentlich
onbelangrijk
onbeduidend
verwaarloosbaar
onbetekenend
in geringe mate
von Bedeutung

Voorbeelden van het gebruik van Onbelangrijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Je bent niet onbelangrijk.
Sie sind kein Niemand.
maar ze waren… onbelangrijk.
sie waren nur… bedeutungslos.
Het plot was onbelangrijk.
Die Handlung war irrelevant.
Maar ik voel me onbelangrijk.
Aber ich fühle mich unbedeutend.
Je pijn is onbelangrijk.
Dein Schmerz ist egal.
De brug is onbelangrijk.
Die Brücke ist unwichtig.
In 't begin was m'n werk onbelangrijk. Maar er kwam 'n nieuwe opdracht.
Am Anfang war meine Arbeit hier trivial, aber dann erfolgte ein neuer Auftrag und.
Voor mij is het onbelangrijk wie Kosovo wil opdelen.
Für mich ist es unerheblich, wer auf eine Teilung und Trennung im Kosovo hinarbeitet.
M'n werk is onbelangrijk voor ze.
Meine Dienste sind belanglos für sie.
ook al ben ik onbelangrijk.
auch ich Respekt verdiene. Auch wenn ich ein Niemand bin.
Als je in de hemel gelooft dan is dit leven onbelangrijk.
Wenn Sie an die Ewigkeit glauben, dann ist das Leben bedeutungslos.
Politiek en economisch onbelangrijk.
Politisch und wirtschaftlich unbedeutend.
Wat ik denk, is onbelangrijk.
Was ich denke ist egal.
De preciese positie van de vondst is onbelangrijk.
Die genaue Position der Fundstelle ist irrelevant.
Het vlees is onbelangrijk.
Das Fleisch ist unwichtig.
Plus, niet onbelangrijk: hij is ook nog eens zeer aantrekkelijk.
Plus, und das ist nicht unwesentlich: sehr attraktiv.
Het is onbelangrijk wie wat met wie deed.
Es ist unerheblich, wer was mit wem gemacht hat.
Onbelangrijk? moest ik uit de goot eten. Toen ik zo oud was als jij.
Trivial? In deinem Alter musste ich Knochen aus der Gosse essen.
Zij is onbelangrijk.
Sie ist belanglos.
Ik ben onbelangrijk.
Ich bin ein Niemand.
Uitslagen: 602, Tijd: 0.1115

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits