PRIESTER - vertaling in Duits

Priester
pastoor
predikant
dominee
geestelijke
pater
prediker
Pfarrer
pastoor
dominee
priester
predikant
eerwaarde
pastor
pater
vader
kapelaan
prediker
Pater
vader
pastoor
father
priester
pastor
padre
eerwaarde
de eerwaarde
Prediger
prediker
predikant
preacher
dominee
priester
pastoor
Pastor
pastoor
dominee
predikant
eerwaarde
voorganger
priester
reverend
Geistlicher
geestelijke
spirituele
priesters
dominee
aalmoezenier
predikant
kerkelijke
de geestelijkheid
werkers
Priesters
pastoor
predikant
dominee
geestelijke
pater
prediker
Priestern
pastoor
predikant
dominee
geestelijke
pater
prediker
Pfarrers
pastoor
dominee
priester
predikant
eerwaarde
pastor
pater
vader
kapelaan
prediker
Geistlichen
geestelijke
spirituele
priesters
dominee
aalmoezenier
predikant
kerkelijke
de geestelijkheid
werkers
Pastors
pastoor
dominee
predikant
eerwaarde
voorganger
priester
reverend
Predigers
prediker
predikant
preacher
dominee
priester
pastoor
Pastoren
pastoor
dominee
predikant
eerwaarde
voorganger
priester
reverend

Voorbeelden van het gebruik van Priester in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik ben een priester, dat weet ik.
Ich bin ein Priester, deshalb weiß ich das.
Waar is priester Mitchell?
Wo ist Pater Mitchell?
Ze zeggen dat jij priester bent.
Es heißt, Sie seien ein Prediger.
Ik ben priester.
Ich bin Geistlicher.
Hij is priester.
Er ist Pfarrer.
Je moet niet onbeleefd doen tegen een priester of een kleintje plagen.
Man ist nicht unverschämt zu Priestern und hänselt keine Kleineren.
Een pasgewijd priester is een neomist.
Löschversuche eines Pfarrers waren vergeblich.
Je hebt het je priester toch niet verteld?
Du hast doch deinem Pastor nichts erzählt?
De priester is mijn vader.
Der Pater ist mein Vater.
Nee, de priester durfde niet te wachten.
Der Priester hatte Angst.- Nein.
Die priester waar u het over had.
Wegen des Priesters, den Sie vorhin erwähnt haben.
De kogel kwam van dezelfde kant als de priester.
Die Patrone kam aus der gleichen Richtung wie der Prediger.
Later had hij verschillende opdrachten als priester en leraar.
Später hatte er unterschiedliche Positionen als Geistlicher und als Lehrer inne.
Ik wilde vragen hoe ik priester kan worden?
Ich wollte fragen, wie kann ich Pfarrer werden?
Hij kwam aan met een priester en een losgeld?
Er kam mit den Priestern an. Und dem Lösegeld?
De priester kan geen wonderen verrichten.
Der Pastor kann keine Wunder vollbringen.
Priester Gabriel Ruiz.
Pater Gabriel Ruiz.
Ik ben niet zo koppig als de priester.
Ich bin nicht so stur wie der Prediger.
was een Italiaans wiskundige en priester.
war ein italienischer Mathematiker und Geistlicher.
Christian Ludwig Landbeck werd geboren als zoon van een priester.
Christian Ludwig Landbeck wurde als Sohn eines Pfarrers in Ostheim im Elsass geboren.
Uitslagen: 4525, Tijd: 0.0676

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits