Voorbeelden van het gebruik van Schiep in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In de wereld die jij schiep, vallen de kaarten aan jou kant.
In 1938 schiep Aeschbachers zijn eerste beeld uit steen.
Wij willen altijd weten wie schiep een dienst om hen te vertrouwen.
En het thuisland schiep, de wereld inzond.
Hij schiep niet Adam,
God was de bouwmeester, die schiep de perfecte machine en laat het uit te voeren.
God schiep dinosaurus God vernietigde dinosaurus.
Ik schiep de wereld.
Nadat God de wereld schiep, kon hij niet stoppen.
Nadat God de wereld schiep, kon hij niet stoppen.
Hij schiep de wereld niet voor ons.
Ik schiep leven.
God schiep de mens in zes dagen.
Daarom schiep God golfkarren.
Toen God Vlaanderen schiep, verlichtte Hij t met een zwarte zon.
Wie schiep de wereld?
God schiep de wereld.
En aldus schiep de Vijand een Machine.
Eerst schiep hij de dinosaurussen.
God schiep de wereld in 7 dagen.