Voorbeelden van het gebruik van Springen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ja, we kunnen springen als lutefisk in de amandelpot.
Laat een ader springen.
Ben je gek?- Springen?
Ja. Over het gat springen.
Laten we op de maan springen.
Dan springen jullie beiden op het plan.
Allemaal springen ze, en laat slechts een!
Konijntjes springen snel.
Drie, twee, één, springen.
ieder moment een bloedvat kan springen.
Hij wil springen.
We moeten over het gat springen.
Mijn vriend kan niet springen.
Springen jullie nu ook al uit helikopters?
Niet springen, Bradley!
Zal ik springen en gekke bekken trekkken?
En springen.
B3- boing boing ballon: springen zo hoog
Voor als je er na een maand met ons af wilt springen.
We springen en we springen.