Voorbeelden van het gebruik van Springen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij zou moeten springen of zijn geweer op ons moeten richten.
Mensen springen van balkon om te ontsnappen aan dodelijke brand.
George, springen op drie.
En dan springen de maden op mijn warmere tong.
Zij wil springen, hij wil haar redden.
Niet springen voor je de golf hoort breken.
Niet springen, buffy. Niet bewegen!
Ik had wel kunnen springen, ik had kunnen dansen.
Springen, draaien en trappen.
Niet rennen of springen door de deur van de moonwalk.
Omhoog springen en zingen.
Silhouet van het springen meisje tegen een daling.
Als we zo snel springen, beschadigen we de motoren.
Je zal wel springen als Kevin z'n vrienden ziet.
Niet springen, TJ!
Hij kon nog springen, maar z'n parachute ging niet open.
Niet springen. Je bent nog maagd.
Tijdens het springen kun je zelfs andere pixels verzamelen die je score omhoog kunnen halen.
Ik zou zo in die vulkaan springen als ik niet zo goed kon fluiten.
Van de keukentafel springen net zolang tot de baby verdwenen was.