Voorbeelden van het gebruik van Struikelen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nee, dat je stopt met struikelen over die verdomde trappen.
Struikelen is niet vallen.
Ik blijf erover struikelen.
Ik wilde haar laten struikelen.
Niet stoppen, dan laat je Cassie struikelen.
Bij de truck, ik zag je struikelen.
Niet struikelen.
Ze zag het slachtoffer uit de jungle struikelen.
Ik zal ook eens struikelen.
Het begint als ik je op het podium laat struikelen.
Bedankt. Ik ga erover struikelen.
Mooie ouders zijn wij, die struikelen als een stelletje clowns.
Laat de anderen maar struikelen.
Hij liep en ik liet hem struikelen.
De kinderen kunnen erover struikelen.
Ik ga nu struikelen.
We moeten de stenen die hen kunnen laten struikelen, verwijderen.
Dertig mensen zien hem struikelen.
Ik was aan het wandelen en iets liet me struikelen… greep me bij mijn voet.- Nee.
Geniet dan van je bruiloft. Niet struikelen, hè?