Voorbeelden van het gebruik van Taai in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Als je taai bent, ben je nog geen held.
Echt, zo taai als ik?
Zij is taai.
En ze zijn taai.
Ik dacht dat jullie SEALs taai waren.
Taai, wreed en een gezworen hippieverdelger.
Hou je taai, kleine meid.
Ik kan taai zijn. Ik kan dit aan.
Is Gibbs nog zo taai als vroeger?
Het is echt heel taai.
Je moet de mensen niet zeggen dat je taai bent.
Niet te taai?
Taai vlees. Bijna de moeite niet waard.
De jongens uit de '80s waren niet taai.
Hij is taai, maar heeft nooit tegenover een houten hamer gestaan.
Een man is taai.
Wacht. Je bent niet zomaar taai, hè?-Mati.
Berenviees is taai.
Omdat hij taai is.
Een taai en pleziermakend ras.