Voorbeelden van het gebruik van Taai in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Deze kerels zijn taai.
Dakar 1986, de race is taai, zelfs voordat u start!
Taai genoeg om jou aan te kunnen.
Ze zijn taai,!
steeds taai en rubberachtig.
Ze is taai, maar net als elk kind is ze soms bang.
L machines met spaanderkenmerken die taai en sterk zijn.
ben je nog best taai.
Maar de meiden, die zijn taai. Met hen is alles goed.
uitschot is taai.
Die vuilnisophalers zijn taai.
Je hebt haar omgetoverd in een agent die slim, taai en bekwaam is.
Deze is taai.
Als professionele wielrenners moeten we taai zijn.
PP-producten zijn licht, taai en chemisch resistent.
Maar het leven is taai.
Oké, juffie, jij bent taai.
Hou toch op. Ze zijn zo taai dat je ze zou kunnen opblazen.
Ze zijn taai.
Manipulerend, sexy, taai, roekeloos.