Voorbeelden van het gebruik van Zeg maar dat ik in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zeg maar dat ik er was.
Zeg maar dat ik je stuurde, goed?- Goed?
Zeg maar dat ik op weg ben.
Zeg maar dat ik onderweg ben.
Zeg maar dat ik ben geweest.
Zeg maar dat ik het mooi vind.
Zeg maar dat ik ga vissen!
Zeg maar dat ik morgen kom,
Zeg maar dat ik haar een gelukkig kerstfeest wens.
Zeg maar dat ik vrijwillig kom.
Zeg maar dat ik klaar ben voor school… Om terug te gaan.
Zeg maar dat ik er zal zijn.
Zeg maar dat ik dan terugkom.
Zeg maar dat ik nu vertrek met het kind.
Zeg maar dat ik naar het kantoor ga.
Zeg maar dat ik er aankom.
Nee, zeg maar dat ik niet beschikbaar ben.
Zeg maar dat ik gebeld heb.
Zeg maar dat ik je stuurde.
Zeg maar dat ik heb opgebeld en dat ik later nog wel bel of zo.