Voorbeelden van het gebruik van Zij geven in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dan kun je inchecken in 't hotel, zij geven je je sleutel.
Ik gaf hen mijn acht extra uren en zij geven mij geld.
Ik neem, zij geven.
Wij geven hem herpes, Zij geven hem een prijs.
Maar zij geven me hoop.
Ik geef de Goa'ulds wat ze willen. Zij geven mij wat ik wil.
Denk je dat zij iets geven om de regels?
Zij geven u volledig verkeerde adviezen.
Zij geven de Commissie voor l juli 2002 kennis van dergelijke maatregelen.
Zij geven de met succes afgesloten eenheden van leerresultaten
Zij geven echter wel een duidelijke tendens aan.
Zij geven hem te eten en hij valt in slaap.
Zij geven nog steeds een blad"de Kareoler" uit.
Zij geven niet om wat God is.
Jij geeft hen orders. En zij geven hun orders aan hun squadron drone-piloten.
Zij geven soms als reden….
Zij geven ons wat we willen.
Zij geven vrijdag een gigantisch feest.
En zij geven de cadeautjes en zeggen
Denk jij echt dat zij niets geven om een, outlaw bloedbad?