Voorbeelden van het gebruik van Echt thuis in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het was geweldig om te verblijven in een echt thuis.
gaf ons het gevoel echt thuis.
Maar een kunstenares als madame voelt zich pas echt thuis op het podium.
Echt thuis voor de avond? Mijn echtgenoot?
Dus we voelden ons echt thuis.
Het is goed uitgerust en een echt thuis ver van huis.
We voelden ons echt thuis voelen.
Dit kan een echt thuis zijn.
Mijn echtgenoot? echt thuis voor de avond?
Buitengewone mensen, we voelden echt thuis.
Niets is beter dan een echt thuis.
In de wilde, oorspronkelijke natuur voelde hij zich echt thuis.
Wil je niet weer een echt thuis?
Echt thuis voor de avond? Mijn echtgenoot?
Ik ben niet echt thuis nu.
Ja, totdat ze een echt thuis hebben gevonden.
B, en men voelt zich echt thuis.
Wil je niet weer een echt thuis?
Echt thuis voor middernacht.
Schoon, netjes en voelde me echt thuis.