Voorbeelden van het gebruik van Farce in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De oefening wordt een farce.
Misschien roken ze je farce en zijn ze weer omgedraaid.
Deze hele zaak is een farce.
Dit hier is een farce, oké?
Deze bemiddeling is een farce. Genoeg!
Maar het is het meest geschikt om farce te spelen of tragedie.
Mam, jouw farce is de beste ter wereld.
Een rechtszaak wordt 'n farce.
Maar het onderzoek was een farce.
Aanklagers verwerpen Bundy's huwelijksaanzoek als een farce.
ontmoedigende farce.
Dat is een farce voor mesthoentjes.
Kerstmis was een farce.
Deze bemiddeling is een farce.
Dit is een farce.
Het spijt me. Dit is een farce.
En de farce?
Dit is een farce, pap.
Genoeg. Deze bemiddeling is een farce.
het is een farce.