Voorbeelden van het gebruik van Nerveus in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We zijn meer dan nerveus.
Hij is nerveus.
Sorry. Ik ben ook nerveus.
Ze was misschien nerveus door de drukte van de benefiet.
Je schreeuwt. Je bent nerveus.
Hij wordt nerveus.
Hij was nerveus.
Maar u bent ook nerveus.
Sorry. Ik ben ook nerveus.
Ach, ik ben gewoon nerveus.
Dat maakt me nerveus.
Door Skype is hij nerveus.
Nicklas lijkt nerveus.
En ik ben erg nerveus.
Hij was heel nerveus.
Dat busje maakt mij nerveus.
Jullie weten hoe nerveus ik ben.
Ik heb je nog nooit zo nerveus gezien.
Ethel, je lijkt verdrietig en nerveus.
Ik zei dat ik nerveus was.