NERVEUS - vertaling in Frans

• nerveux
• inquiet
• trac
• anxieux
• peur
• nerveusement
• stressé
• énervé
• angoissé
• tendue

Voorbeelden van het gebruik van Nerveus in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

Jullie maken me nerveus, ok?
Vous me faites peur, d'accord?

Ben je nerveus voor morgen?
T'es inquiet pour demain soir?

Dan word ik te nerveus.
Je… je deviens trop anxieux.

toch ben ik nerveus.
j'ai toujours le trac.

Je gedraagt je nerveus.
Tu agis nerveusement.

Waarom ben je nerveus?
Pourquoi tu es stressé?

Ik weet dat iedereen nerveus is over morgen.
Je sais que tout le monde est angoissé pour demain.

Ik ben een beetje nerveus.
Je suis un peu tendue.

Volgens is mij is ze nerveus voor het huwelijk.
Elle a peur du mariage à mon avis.

Je wordt toch niet nerveus?
Vous n'êtes pas inquiet?

Zie je wel, dat je nerveus bent?
Tu vois, t'es énervé!

Is er iemand hier die niet nerveus is?
Quelqu'un n'a pas le trac? Avez-vous le trac?

erg nerveus, bijna catatonisch.
extrêmement anxieux, presque catatonique.

Doe niet zo nerveus.
Arrête de regarder si nerveusement.

Natuurlijk ben ik nerveus!
Bien sûr que je suis énervé!

En hij maakt ze nerveus met dit gerief?
Et il leur fait peur avec ce genre de film?

Het volk was nerveus.
Le pays était angoissé.

Hij ziet er nerveus uit.
Il a l'air inquiet.

Ik ben echt nerveus.
Je suis très anxieux.

Een beetje nerveus.
Un peu tendue.