Voorbeelden van het gebruik van Recentelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Recentelijk hebben we te maken met anachronismen.
stijlvolle studio's zijn recentelijk naar hoge standaarden gerenoveerd.
Dat klopt. En u hebt recentelijk iets verloren.
Recentelijk, in een gegeven situatie.
Prachtig en met veel smaak recentelijk verbouwd huis.
Maar niet recentelijk.
En recentelijk zijn die besluiten.
Het voorzitterschap heeft de Raad geïnformeerd over de recentelijk vastgestelde Europese dag van het alarmnummer 112.
Dat klopt. En u hebt recentelijk iets verloren.
Niet recentelijk, meneer.
En het is recentelijk gebruikt.
Deze producten heb je recentelijk bekeken.
Ja, recentelijk.
Niet recentelijk.
Niet recentelijk.
We hebben elkaar recentelijk weinig gezien.
Het is alleen, ik ontmoette deze man recentelijk.
Nee. Niet recentelijk, meneer.
Daarom kan ik niet horen. Recentelijk.
Niet dat me dat recentelijk is gebeurd.