Voorbeelden van het gebruik van Belde in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
dus ik belde voor een taxi.
Van degene die de taxicentrale belde?
Ma belde. Ik moest je welterusten wensen.
Ik wist niet dat je belde.
Hij belde je drie keer vorige week.
Wat als het niet hem was die belde?
U hebt haar dus gesproken toen ze belde.
Zei hij niet wie er belde?
Oké, hij belde je.
Lisbon met Mullery belde toen hij werd gedood.
Het zelfde kan niet gezegd worden van degene die hij de afgelopen dagen belde.
Dat kon niet, want hij belde met mij.
zij het is waar jouw vader naar belde op Thanksgiving avond.
Howard belde.
Ik heb de dame gevonden waar Frank naar belde.
Ongeveer een half uur later om 5:49 p.m.-- Belde ze jou.
Uit je telefoongegevens blijkt dat Markus je vorige week belde.
De laatste persoon die hij belde was jij.
Ik belde jullie omdat het om kunst gaat.
Alejandro belde ons, terwijl jullie in de lucht zaten.