Voorbeelden van het gebruik van Rief in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Rief umsonst unter 327495 an. -Natürlich.
Ja. Er rief, seine Frau sei draußen.
Er rief jemanden, aber ich konnte nicht hören, wen.
Er rief seinen Bruder an, Marquis.
Denn als ich sie rief, waren sie zur Stelle.
Toen ik ze opriep, kwamen ze.An dem Abend rief mich Van Cleve zu sich.
Sie rief nicht zurück.
Sie fand Körper ihrer Mutter und rief 911.
Zij had haar moeder gevonden en het alarmnummer gebeld.Sie rief zweimal, wie ein Echo.
Ze schreeuwde twee keer, als een echo.Ich rief meine Geschwister an und fuhr nach Hause.
Ik belde mijn broers en zus en ging naar huis.Sie rief mich in die Küche.
Ze riep me in de keuken.Coues„regierte“ den Kontrollrat autokratisch und rief dadurch schnell Widerstände bei den Mitgliedern hervor.
Coues leidde de commissie autocratisch, wat daardoor al snel weerstand opriep bij de leden.Sie entkam und rief Otto I. um Hilfe an.
Adelheid ontsnapt en roept de hulp in van Otto de Grote.Einmal habe ich gehört, wie er mich aus einem Brunnen rief.
Warum rief Jade jeden Abend einen Teeimporteur an?
Waarom belt ze een thee-importeur?Der Erzbischof rief gerade zurück. Wir haben Erstaunliches vereinbart.
De aartsbisschop heeft net gebeld.Was rief Marie Antoinette? Lasagne?
Lasagne. Wat schreeuwde Marie Antoinette tegen het gespuis?Rief mich aus der Telefonzelle an.
Belde me vanuit een telefooncel.Er rief meinen Vater und sagte.
Hij riep m'n vader bij zich en zei.Die, die aufwachte und mich rief.
Die ene die wakker werd en mij opriep.
