BEL - vertaling in Duits

• rufe
• Glocke
• Bel
• melde mich
• Ruf an
• Klingel
• Blase
• telefoniere
• Bescheid
• ruf
• rufen
• rufst

Voorbeelden van het gebruik van Bel in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik bel wel iemand.-Voor de verandering.
Ich rufe jemanden an. Zur Abwechslung.

Borstel, sleutel, bel.
Pinsel, Schlüssel, Glocke.

Aangepaste opblaasbare bel tent met pannel,
Benutzerdefinierte aufblasbare Blase Zelt mit Pannel,

Bel, Angelo.
Ruf an, Angelo.

Deze bel is niet kapot.
Diese Klingel ist nicht kaputt.

Cass en Bel gaan naar de hel.
Cass und bel gehen in die hölle.

Ik bel je straks. Phoebe, wat is er?
Ich werde dir Bescheid geben, Also?

Daarom bel ik je ook.
Deswegen telefoniere ich mit dir.

Ik bel morgen.
Ich melde mich morgen.

Ik bel vanuit de koningssuite.
Ich rufe aus der King-Suite an.

noch een functionerende bel.
das Liftsystem noch die Glocke.

De bel, zeggen sceptici,
Die Blase, sagen die Skeptiker,

Bel als je ons nodig hebt. Hier.
Ruf an, wenn du was brauchst. Hier.

Dit is de bel van Charlies fiets, toch?
Das ist die Klingel von Charleys Fahrrad, oder?

Cass en Bel naar de Hel.
Cass und bel gehen in die hölle.

Ik bel je advocaat en Glenn, en zeg ze dat dit in scène is gezet.
Ich sage deinem Anwalt Bescheid, dass das manipuliert ist.

Ik bel elke dag met die grote labels.
Ich telefoniere jeden Tag mit den großen Labels.

Ik bel als ik terug ben.
Ich melde mich, wenn ich zurück bin.

NOODNUMMER lk bel het noodnummer.
NOTFALL-HOTLINE Ich rufe diese Nummer an.

Mechanisch- 8 dagen-uurwerk- half uur, bel& gong Meer.
Mechanisch- 8 Tage Werk- halbe Stunde, Glocke& Gong Mehr.