RUF - vertaling in Nederlands

• bel
• reputatie
• roep
• oproep
• naam
• imago
• faam
• bellen
• reputaties
• belt

Voorbeelden van het gebruik van Ruf in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ruf sie an! Ok.
Bellen, nu.-Goed dan.

Dadurch kann auch der Ruf des Fremdenverkehrsgewerbes als Arbeitgeber deutlich verbessert werden.
Ook kan hierdoor het imago van het toeris me als werkge ver duidelijk verbeterd worden.

Jesu Ruf als Heiler.
De faam van Jezus als genezer.

Der Kaiserin eilt ihr Ruf voraus.
De naam van de keizerin snelt haar vooruit.

Meinen Ruf und unsere Beziehung.
Mijn reputatie en onze relatie.

Der Ruf ging über Vauxhall,
De oproep ging via Vauxhall,

Wenn du oben bist, ruf Hilfe.
Roep om hulp als je boven bent.

Ruf mich nicht an, Song Hae-rin.
Bel me niet, Song Hae-rin.

Ruf sie an!
Bellen,!

Unser Ruf eilt uns voraus.
Onze reputaties zijn ons vooruitgesneld.

Versucht ihren Ruf zu schützen.
Haar imago beschermen.

Sein Ruf, der beste Kämpfer der Joseon Dynastie zu sein, war nicht übertrieben.
Z'n faam als beste vechter van de Joseon-dynastie was verdiend.

Davon hängt mein Ruf ab.
Mijn naam hangt ervan af.

Das ist der Ruf, den ich in Durham habe.
En dat is de reputatie die ik heb in Durham.

Der Ruf kam durch die Sterne.
De oproep kwam van achter de sterren vandaan.

Ruf, wenn du eine Zwergohreule siehst.
Roep als je een flammer ziet.

Ruf mich an, wenn du landest?
Bel je zodra je geland bent?

Und du ruf die Polizei.
En jij belt de politie.

Dann ruf weiter an.
Blijf dan bellen.

Ein Ruf kann täuschen.
Reputaties zijn bedrieglijk.