Voorbeelden van het gebruik van Een feest in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Levi maakte een feest voor zijn goddelijke Weldoener.
Jij denkt dat een feest zomaar georganiseerd kan worden?
Het is een saai feest.
Het is een feest.
Nee, lol op een feest.
Dave geeft een feest.
Maar een feest als dit.
Ze zag pa op een feest.
Marianne… wat een geweldig feest.
We gaan vrijdag naar een feest.
Kom op, het wordt een geweldig feest.
Hou je er van om elk meisje te krunnen krijgen op een feest?
En sorry, maar een feest vergt voorbereiding.
We hebben nog een ander feest.
Het wordt meestal op bruiloften uitgevoerd en andere gelegenheden als het volk bijeenkomt voor een feest.
Samen met het paasfeest is 15 augustus een belangrijk feest in Griekenland.
Het prachtige kasteel Château Jemeppe is een droomlocatie voor het houden van een feest.
Er zijn leuke dingen op een feest.
Het was een fantastisch feest, Nick.
Er is vanavond een feest bij de honkbalhuizen.