Voorbeelden van het gebruik van Een schat in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je bent een schat.
Je dochter is een schat.
Je moeder is een schat.
Je bent een schat.
Nog een schat.
Het meisje is een schat, Andrei.
Je bent een schat, weet je dat?
Je bent een schat, liefie. Daarna ging hij weg.
Je bent een schat, maar ik sta liever op de planken met een pop.
Darren is geweldig. Een schat van een man.
Kun je een schat te zijn en mij te helpen, alsjeblieft?
Dit bezorgde ons een schat aan informatie.
Den Haag biedt een schat aan kunst, indrukwekkende kunst.
Je bent een schat, Harry.
Je bent een schat, Sue.
Wat een schat.
Dr Emerson is een schat, hè?
Ik ruik een wachtende schat.
maar hij is een schat.
Mijn vriend Paul is echt een schat.