Voorbeelden van het gebruik van Ongerust in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Nee, ik wil haar niet ongerust maken.
Veel ouders worden knap ongerust.
Ik was erg ongerust.
Ik ben eerder ongerust over de veiligheid van al deze mensen.
U moet niet ongerust zijn. Hij zit bij mij.
Ik ben ongerust over wat ze niet vindt!
Ik was zo ongerust.
Je bent ongerust omdat.
Ik was zo ongerust.
Maaak je niet ongerust. Je hoeft niet opnieuw de bestanden te downloaden.
Ik ben zo ongerust over Stan. lk… lk kan het niet.
Niet ongerust, alleen ge: i: nteresseerd.
Ik wilde je niet ongerust maken.
Ik werd ongerust.
Maar Grete's woorden had meteen gemaakt van de moeder erg ongerust.
Maak hem niet ongerust.
Maak je niet ongerust.
Maak je maar niet ongerust, mam.
Het spijt me dat hij je ongerust heeft gemaakt.
Ik ben een beetje ongerust.