Voorbeelden van het gebruik van Spaans in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Sanz werd in 2007 Spaans kampioen op de weg bij de junioren.
Manos is Spaans voor handen.
Dat is Spaans voor' gedenk je moeder.
Je hoeft zelfs geen Spaans te hebben NIE Getal.
DKV breidt Spaans servicenetwerk uit met 600 stations.
Dat is Spaans, Ezel!
Dat is geen Spaans.
Hij is een buitenlander, ik geloof Spaans.
Laten we onze paspoorten zoeken en Spaans leren.
Hoe zit dat eigenlijk met jou, meneer' ik spreek geen Spaans'?
De mannen die we aanhielden, droegen Spaans leer.
Zijn ze misschien Spaans?
Jij bent niet spaans.
Bent u Spaans?
Durf je nou te betwijfelen of ik Spaans ben?
Hier staat een woord dat geen Spaans is.
Officiële site in het Spaans.
Met de Spaanse club Deportivo La Coruña werd hij Spaans landskampioen.
Tegenwoordig wordt hij gemaakt van een speciaal gefokt Spaans varkensras.
Op 17 mei 2014 werd Courtois met Atlético Madrid Spaans landskampioen.