Voorbeelden van het gebruik van We spelen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We spelen al.
We spelen met de hele school.
We spelen verstoppertje.
We spelen met vier mensen.
We spelen wel eens.
Goed, we spelen later wel.
We spelen de hele dag op het strand.
Dan lees ik verder in De Ilias of we spelen monopoly.
Morgen kunnen we spelen.
We spelen een soort afvalwedstrijd.
Waar kunnen we spelen?
Welk genre mogen we spelen op het Festival?
Komaan Paula, we spelen alleen maar wat.
We spelen samen.
We spelen m'n opus samen.
We spelen op veilig, vannacht.
We spelen een vragenspelletje.
We spelen sadistje met kleine meisjes.
Je weet tegen wie we spelen, toch?
We spelen nu al elf weken spelletjes met die terroristen.