Voorbeelden van het gebruik van Afvroeg in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Er ging geen dag voorbij zonder dat ze zich afvroeg hoe hij er nu uitzag?
Vertel me niet dat je je dat niet afvroeg.
Denk je dat ik me dat afvroeg?
Ik denk dat Danny, het zichzelf ook afvroeg.
Alsof jij het nooit afvroeg.
Hij heeft me niet geslagen of zo, als je je dat afvroeg.
Maar er was één ding dat ik… mezelf telkens weer afvroeg.
Niet op je stiefdochter, als je je dat afvroeg.
Ja, alleen ben ik niet gay, als je je dat afvroeg.
Ik denk dat Paul zich hetzelfde afvroeg.
Ik heb zo m'n bronnen, als je 't je afvroeg.
McKinley schrijft dat de gemeenschap zich afvroeg.
Dat is precies wat ik mijzelf afvroeg.
U zei dat de mensheid zich niet afvroeg waarom het verdiende te overleven.
En ik heb altijd een reservekogel als je je dat afvroeg.
Wat ik me afvroeg was of zij beïnvloed werden door de naam of door de betekenis van de kleur.
Het was in deze context dat Xerox zich afvroeg hoe traditionele drukkerijen deze innovatie onder hun klanten konden stimuleren
Het begon allemaal toen de oprichster zich afvroeg: “Waarom kunnen we onze kindertapijten niet thuis wassen?
En wanneer ze het zich ook afvroeg, was er altijd een verhaal
In het geval dat je je afvroeg, dat deed ik geen koop deze bestelling.