Voorbeelden van het gebruik van Spring in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Als u vliegt, spring ik.
Hij zegt:' Spring'. Doe je dat?
Laat de schilderijen en spring in de trucks!
Nog een paar uur en dan spring ik ook.
Ga buiten rechts en spring, het is maar tweeënhalve meter.
Dat ik van de trein spring?
Spring over de stenen in een meer.
New York, spring van het hoogste gebouw af.'.
Kom op, jongens, spring alleen op de stukken die ik heb gebruikt.
Oké, volg mijn voetstappen… en spring dan naar de bomen.
Glissade… kom op, spring hoger.
Iedereen met een rood shirt, spring op en neer!
Wees niet bang. Spring gewoon.
Als zij zegt dat je moet springen, spring je.
Wanneer Ik zeg spring, spring je.
Spring je even achter op m'n scooter om me de weg te wijzen?
DH: Spring over mijn schouder.
Spring niet, nog niet.
Spring nooit zonder parachute.
Alsjeblieft spring niet!