Voorbeelden van het gebruik van We trainen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We trainen maar.
We trainen de hele dag.
We trainen ons suf en je gaat niet vooruit.
We trainen en betalen je.
We trainen je niet om aardig te zijn.
We trainen je niet voor wat eerlijk is.
We trainen jullie om om te gaan met het onverwachte.
We trainen.
We trainen voor een zeilwedstrijd!
We trainen ze.
We trainen die Haji-soldaten.
Dit is precies hoe we trainen elke keer dat we in meditatie zitten.
We trainen ons verstand.
We trainen voortdurend in nieuwe technologieën om een betere dienstverlening te bieden.
We trainen hard, we spelen hard.
Dat is hoe we hun trainen om krijgers te zijn.
We trainen geen ingenieurs.
We trainen het explosieventeam zelfs in deze stad.
Gaan we niet trainen?
We trainen voor een wedstrijd.