WEEKEND - vertaling in Spaans

fin de semana
weekend
weekeinde
einde van de week
week-end
eind van de week
finde
weekend
inorder
fines de semana
weekend
weekeinde
einde van de week
week-end
eind van de week
fines de semanas
weekend
weekeinde
einde van de week
week-end
eind van de week

Voorbeelden van het gebruik van Weekend in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Je kunt het weekend op een kattenkerkhof doorbrengen.
Puedes pasar el fin de semana en un santuario para gatos.
Als je liever het weekend bij Rick bent, snap ik het.
Si deseas pasar el fin de semana con Rick… lo entiendo totalmente.
Ik was dat weekend naar het strand geweest.
Es que me fui a la playa ese sábado.
We kwamen voor het weekend op chasnee op oogje voor een bruiloft!
Llegamos en el fin de semana chasnee ojal en una boda!
Hij wil het weekend niet naar jullie toe.
Sigue diciendo que no quiere pasar el fin de semana con ustedes.
Ideaal voor doeleinden weekend of vakantie met familie of vrienden.
Ideal para fines de semana o unas vacaciones con la familia o los amigos.
Ik wil het weekend met mijn gezin doorbrengen.
Quiero pasar el fin de semana con mi familia.
Week charter, weekend charter, midweek charter Italcraft 105 Italcraft 105.
Alquiler de semana, chárter de fin de semana, chárter de semana corta.
Laat mij jou gewoon een weekend meenemen naar die stomme BB.
Solo… déjame llevarte al estupido BB por el fin de semana.
Week charter, weekend charter, midweek charter Lemsteraak Lemsteraak.
Alquiler de semana, chárter de fin de semana, chárter de semana corta Lemsteraak Lemsteraak.
Afgelopen weekend stuurde Johnson drie brieven naar de Europese Unie.
Johnson envió el pasado sábado a la UE tres cartas contradictorias.
Blijf hier het weekend, en kijk hoe het is.
Quédate aquí por un fin de semana, vé como se siente.
Kom je een weekend of meerdere dagen naar Parijs?
¿Vienes a París por un fin de semana o varios días?
Dit weekend was een drukke dag voor jonge klimaatactivisten.
Ha sido una semana intensa para los jóvenes activistas climáticos.
Afgelopen weekend kwam het tot zware rellen
El sábado pasado se produjeron graves incidentes
Dat ik een weekend de stad uitging.
Le dije que saldría de la ciudad por el fin de semana.
De reis naar het romantische weekend hoeft niet ver weg te zijn.
El viaje al fin de semana romántico no tiene que estar muy lejos.
In het weekend, bedoel je?
Te refieres al fin de semana.
Weekend(toen onze vrouwen de stad uit waren).
Una semana(cuando nuestras esposas estaban fuera de la ciudad).
Serena Williams heeft dit weekend een afspraak met de geschiedenis.
Serena Williams tiene este sábado una cita con la historia.
Uitslagen: 16010, Tijd: 0.0723

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans